Dirk van Weelden schreef deze tekst bij de tentoonstelling.
"Vivian Ammerlaan zwerft door bossen en over bergen, langs zanderige en rotsige kusten en ze maakt foto’s. Volgens haar staan er op die foto’s wel dingen die je ter plekke kon zien, maar ze roepen in de verste verten niet op hoe het was er te zijn, langs die kolkende kust, waar de golven tegen steile basalten kliffen op springen en kapotslaan en sissen. In de natuur zijn geen landschappen, daar zijn bergen en rivieren, vlaktes en moerassen. Landschappen worden door mensen gemaakt, ze zijn het product van de ontmoeting tussen mensen en een stuk aarde, gebaseerd op de ervaringen van een lichaam op twee benen dat met mensen-ogen bewust in de verte kijkt. Landschappen zitten in mensenhoofden, en zijn te vinden in de tekeningen, foto’s en schilderijen, of de verhalen die mensen maken. Voor Vivian was de kloof tussen wat de foto toont en het gevoel dat het landschap opriep te groot. Dat gevoel, zou je de betekenis of bestaansreden van het landschap kunnen noemen. Vivian denkt dat het beter is de ogen te sluiten, en weer open te doen in je keuken, je badkamer, met je neus bij de bodem van je aquarium en te zorgen dat je met behulp van kalk, melk, lappen stof, klei en zand, stenen en bruiswater beelden samenstelt die ontstaan als de camera in slaap gebracht is en droomt. Die beelden zijn misschien gezichtsbedrog, en het resultaat van onzeker knutselwerk, maar juist daardoor kan Vivian wat er te zien is dichter in de buurt brengen bij de bestaansreden van die landschapsillusies, namelijk het gevoel waardoor landschappen hun betekenis krijgen. De camera is soms nog een te lange omweg. Dan is ze zelf de slaapwandelaar die op tafels aan de vloedlijn met geel-groene chemicaliën ingesmeerde papieren vellen bewerkt, afdekt en bekrast en blootstelt aan het daglicht, om ze in het water van de zee zelf te dompelen en op het strand te drogen, tot haar handen en ogen, samen met het zeewater en de wind ter plekke geheimzinnige Pruisisch blauwe landschapsbeelden te voorschijn dromen. Straks ga je verder, de warme en kalme beelden roepen steeds dieper water op, het licht raakt verder weg, je wordt kleiner en eenzamer. Licht wordt een object in de verte, een herinnering. De golven en stromingen worden kouder en sterker. Gedachten aan een snorkeltochtje op vakantie maken plaats voor associaties aan expedities langs desolate rotskusten in de poolcirkel. Er zijn zonnen die geen zonnen zijn, maar vlekken in je oog of wolken die versmelten met de maan. Dag en nacht bestaan niet meer, er is alleen een overweldigend besef van hemel, aarde, verte en een vloeibare ruimte. Helemaal aan het eind, waar het op zijn koudst is, en het donkerst, sta je tegenover het grootste en krachtigste beeld dat Vivian hier laat zien. Kijk het aan zoals je een nieuwe danspartner aankijkt, voel het ritme, zie de onnoemelijke kracht achter de zich oprichtende rafelige golf. En haal dat deel van jezelf, ergens in je borst, dat nog niet weet wat het is, tevoorschijn en zet het als een gevouwen papieren bootje op die golf. Maak jezelf open voor wat er dan gebeurt, het bootje danst en worstelt, het wordt heen en weer geranseld, tot je ergens tussen verwondering en angst terecht komt, en misschien ook wel een vreemde vrolijkheid voelt, waarvan niet duidelijk is waar die vandaan komt. Laat het bootje weer veilig terugkeren in je borst. Je bent klein en groot tegelijk, verzwolgen door de oceaan en toch ook helder en kalm, tegenover een landschap uit de wereld van Vivian Ammerlaan." — Dirk van Weelden © 2021